Huisgemaakte worstenbroodjes
Deze worstenbroodjes zijn super makkelijk en snel te maken als je kant-en-klaar bladerdeeg gebruikt. Maar je kan een stap verder gaan en het deeg zelf maken. Bladerdeeg maken is een tijdrovend karwei, maar dit is een snellere manier om toch die heerlijk luchtige laagjes te krijgen. Gebruik worsten van goede kwaliteit voor de vulling, bijvoorbeeld van Brandt & Levie. Hoe lekkerder de worsten, hoe lekkerder de broodjes.
Ingrediënten voor 14 stuks
Snel bladerdeeg
225 gram bloem
1/2 tl zout
200 gram roomboter, koud, in stukjes gesneden
Sap van 1/2 citroen
180 a 200 ml koud water
1 ei, losgeklopt, om te bestrijken
Vulling
450 gram lekkere worstjes, ontveld
Maak het deeg. Meng de bloem met het zout en de boter in een kom. Meng het citroensap met het water en schenk driekwart van de vloeistof in de kom. Roer het mengsel voorzichtig tot het samenkomt en een klonterig deeg vormt, voeg eventueel nog de overgebleven vloeistof toe. Kneed niet te lang en bewerk het niet te veel, het is de bedoeling dat er klontjes boter in het deeg zichtbaar blijven.
Leg het deeg op een met bloem bestoven werkblad. Rol het deeg met een deegroller uit tot een smalle rechthoek van ongeveer 2,5 cm dik. Vouw het bovenste 1/3 deel naar het midden en het onderste 1/3 deel daar bovenop, tot een stapeltje van 3 laagjes. Verpak het deeg in plasticfolie en koel het minstens 20 minuten in de koelkast.
Haal het deeg uit het plasticfolie en herhaal voorgaande stappen. Draai hierbij het deeg een kwartslag ten opzichte van de oorspronkelijke vouwen, voordat je het deeg uitrolt tot een rechthoek van 40 bij 15 cm. Vouw het deeg op dezelfde manier als hiervoor. Verpak het deeg en koel het 20 minuten in de koelkast. Herhaal voorgaande stappen nog twee keer, koel het deeg tussen het vouwen door steeds minstens 20 minuten.
Verwarm de oven voor op 200 °C. Bekleed een grote bakplaat met bakpapier of een silicone bakmat
Als je kant-en-klaar bladerdeeg gebruikt, kan je hier beginnen. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 60 bij 20 cm en snijd de randjes netjes af. Snijd het deeg in 14 even grote rechthoekjes.
Verdeel het worstvlees in 14 even grote porties. Rol iedere portie met dun bebloemde handen in de vorm van een worstje tot deze net zo lang is als de deegrechthoeken breed zijn. Leg op iedere deegrechthoek een rol worst dwars op het deeg op 5 cm vanaf de bovenrand. Bestrijk de randen van het deeg met losgeklopt ei en rol het deeg op om de worstvulling in te sluiten.
Leg de worstenbroodjes op de beklede bakplaat en bestrijk ze met losgeklopt ei. Bak de worstenbroodjes 15-20 minuten of tot het deeg goudkleurig en knapperig is en het worstvlees geheel gaar is. Laat de worstenbroodjes 5 minuten afkoelen voordat je ze serveert.