Rabarber-custardtaartjes
Het begin van de lente betekent ook het begin van de rabarbertijd. De van nature zure rabarber gaat in dit recept perfect samen met de zoete, romige smaak van de custard. Ze zijn ook nog eens heel gemakkelijk te maken. Varieer het hele jaar door met fruit dat in het seizoen is: appels, abrikozen, pruimen, frambozen of peren.
Voor 6 personen
1/2 vanillestokje
250 ml volle melk
65 gram kristalsuiker
2 grote eidooiers
20 gram maizena
6 plakjes roomboterbladerdeeg
2 stengels rabarber, schoongemaakt
1 ei, losgeklopt
1 el rietsuiker
Abrikozenjam om te bestrijken, of poedersuiker om te bestrooien
Maak eerst de custard/banketbakkersroom. Snijd het vanillestokje doormidden, schraap het merg eruit en doe het in een steelpan met de melk. Voeg ook het lege vanillestokje toe en de helft van de suiker. Zet de pan op laag vuur zodat de vanille in de melk kan trekken en de suiker smelt. Zorg dat de melk niet gaat koken of aanbrandt.
Klop in een kom de eidooiers met de rest van de suiker tot ze bleek en schuimig zijn. Voeg de maizena toe en meng goed.
Haal het vanillestokje uit de melk, giet beetje bij beetje de melk bij de eidooiers terwijl je constant blijft kloppen (gebruik een garde). Schenk alles terug in de pan en zet op laag vuur. Warm de custard heel langzaam op; klop voortdurend en schraap regelmatig over de bodem van de pan om aanbakken te voorkomen. De custard is klaar als hij dik genoeg is om de achterkant van een lepel te bedekken. Spreid plasticfolie over het oppervlak van de custard en laat volledig afkoelen.
Verwarm de oven voor op 200C boven- en onderwarmte.
Leg de plakjes bladerdeeg op een grote bakplaat met bakpapier. Maak met een mes een inkeping in het bladerdeeg (niet helemaal doorsnijden tot de bodem) op ca 2cm van de rand rondom. De zijkanten kunnen dan mooi omhoog komen. Schep een volle eetlepel in het midden van elk plakje en verdeel het, maar ga niet buiten de inkeping.
Snijd de rabarber zo dat ze op het taartje passen en niet over de rand gaan. Onze rabarber was breed, dus we hebben de stukken ook nog eens in de lengte doorgesneden. Bestrijk de deegranden met wat losgeklopt ei en bestrooi de taartjes met rietsuiker. Bak de taartjes zo'n 20-30 minuten, totdat ze mooi goudbruin en gaar zijn. Laat ze afkoelen voordat je ze serveert. Bestrijk met wat abrikozenjam voor glans of bestrooi met poedersuiker.
Dit recept komt uit het kookboek The Farm Table van Julius Roberts.